Veel bomengidsen hebben moeilijke sleutels en systemen. Superingewikkeld! Bomengids.nl gebruikt de afstreep-methode: herken je een witte bast of vruchten, weet je al meteen welke boom het is. |
Afstreep methode voor loofbomen. Voor coniferen/dennen/sparren zie knoppenbalk <-
1. Opvallende schors of rode bladeren | 2. Vleugeltjes of balletjes aan de boom | 3. Groene of bruine bonen aan de boom, takken of vruchten als slierten | 4. Zuil-bomen, eikels, beukenootjes en kastanjes, | 5. Naaldbomen, | 6. Bladeren1. Opvallende schors, of rood blad in de zomer
1. Gladde en witte schors: een Berk |
2. Schors is wittig/grijzig, maar het lijkt geen Berk: een Abeel of Populier |
3. Schors lijkt camouflage-stof van legerbroek: bleke groene plekken waar de schors is afgebladderd: Plataan |
4. Hele grote boom met rode bladeren: Rode Beuk |
5. Kleine boom (2 verdiepingen) met rode bladeren Kerspruim |
6. Middel grote boom (2-3 verdiepingen) met gelobde grote rode bladeren Esdoorn of Noorse esdoorn |
7. Lambertusnoot Grote meerstammige struik met grote rode bladeren |
2. Vleugels of ballen aan de boom
- | - | |||||||
8. Elzenproppen: Elsfamilie |
9. Vleugeltjes: Esdoorn familie met gelobd blad |
10. Vleugeltjes: Es familie met samengesteld blad |
11. Kleine groene opgerolde egel: Tamme kastanje |
12. Kleine gladde bal, kan ook met grote stekels: Paardenkastanje |
13. Sommige essen hebben zwarte trosjes: gedroogde resten bloem |
14. Beetje warrige bal, eerst groen; later bruin: Plataan Boom heeft dan camouflage-stam. |
15. Typische lampion balletjes: Amberboom of Sweetgum. Vaak stadsboom. |
16. Kleine groene appels? Walnoot |
3. Groene of bruine bonen, of hangende takken als slierten, of takken met slierten eraan
- | ||||||
17. lange groene bonen als vruchten: Trompetboom |
18. bruine platte bonen van 3-7 cm Witte Acacia |
19. 10-20 cm lange bruine bonen: Christusdoorn |
20. Takken als slierten, boom met witte bast: berkfamilie |
21. Treurwilg, bij water met smalle lange blaadjes en hele grove ribbels op de bast |
22. Slierten met vruchten Vleugelnoot |
23. Hangende kralenketting Honingboom |
4. Zuil-boom, of opvallende vruchten (eikels beukenootjes etc)
24. Hele hoge zuilboom Italiaanse populier | 25. Middelgrote zuilboom: Zuileik | 26. Eikels: probeer eens een Eik | 27. Beukenootjes op de grond? Beuk | 28. Appel aan de takken? Appelboom | 29. Soort oorhangertjes/vliesjes: Iep | 30. Kastanjes: Tamme kastanje |
Logische Bladsleutel
Als de punten van de afstreep sleutel hierboven niet werken, moet je op een andere manier kijken wat voor een boom het is. Vaak is dat door naar de vorm van het blad en de boom te kijken. Op deze manier is het vaak mogelijk te ontdekken tot welke familie de boom behoort.
Vaak zal dit echter ook niet lukken: hoewel planten en bomengidsen, en zelfs de flora dit nooit vermelden. Ik ken een aantal bomengidsen, en deze zijn vaak onvolledig en hier en daar foutief (en je weet nooit waar), maar nooit vertellen ze wat er niet instaat en waarom. Daarom een hart onder de riem: het is heel gewoon als je er soms niet precies achter komt wat voor een soort een boom is.
Verwacht dus niet dat het determineren op basis van een blad altijd lukt:
- Bij sommige families zijn er weliswaar enkele soorten, maar er zijn allerlei tussenvormen. In praktijk is het moeilijk te bepalen wat een specifieke boom is. Dit is vaak het geval bij de Eik, Berk, sommige Populieren, sommige Linden, Elzen.
- Bij sommige families is het verschil tussen soorten zo miniem dat je er met bladeren niet komt. Dan moeten er onderdeeltjes van bladeren of bloemen/vruchten worden bekeken. Dan kun je dus alleen wanneer een boom bloeit zeggen wat het precies is. Bijvoorbeeld bij Iepen en sommige Linden.
- Bij sommige bomen zijn er heel veel buitenlandse soorten aangeplant in Tuinen en langs wegen in parken etc. Als een familie heel veel soorten heeft wordt het dan heel moeilijk. Bijvoorbeeld bij Esdoorns, en Essen. Deze staan dan niet in Europese boom-gidsen. Je kunt op deze site via de links pagina op Amerikaanse sites verder zoeken.
- Bij sommige soorten wemelt het van de cultivars. Dat maakt het ook heel moeilijk. Hier staat een lijst van cultivars om een idee te geven hoeveel er zijn (en die lijst is ook nie volledig).
Maar niet geschoten is altijd mis, dus hier komt de Ga naar de bladsleutel.
Bronnen:
1. Bomen, meer dan 130 soorten in kleur, Kenneth a. Becket, 1975 isbn 90 60743261)
2. Bomengids in kleur, Aas, Riedmiller. Thiem, 1987. isbn 9003901961
3. Flora van Nederland. Heukels Meijden. Wolters-noordhof, 1983. isbn 9001380026
4. Ons bomenland, gait l. Berk. Uniboek bv, 1976, isbn 902284911
Mini bomengids in het bos: print pdf uit en neem mee Nederlandse bomen herkennen – een eenvoudige handleiding van J Holtman.