Bomengids.nl |
Veel bomengidsen zijn superingewikkeld! Bomengids.nl houdt het zo simpel als het kan |
Nederlandse soorten zijn de steel= of fladder-iep (Ulmus laevis) Gladde iep (Ulmus minor) en Ruwe iep (Ulmus glabra) ook wel elms (engels) of olmen genoemd. Vaak komen hybryden tussen ruwe en gladde iep voor (U x Hollandica), vooral onder laanbomen (1).
Op het noordelijk halfrond komen 40 soorten voor. De belangrijkste amerikaanse soorten zijn de U americana en de rode ipe U rubrus (1). Een bespreking van soorten en hun verspreiding vind je hier.
Een iep herken je aan zijn blad waarbij de voet van het blad ongelijk is: aan een kant loopt het blad verder over de steel heen dan aan de andere kant.
Bij een bepaalde vorm vaststellen welke soort het precies is kan lastig zijn. Meer van de iepen die hier staan kan ik niet goed indelen omdat ze kenmerken van meerdere soorten lijken te hebben. Ik concludeer dan dat ze Hollandica zijn.
Als er bloemen/vruchten zijn kun je de steeliep goed onderscheiden:
Steeliep verschilt van gladde/ruwe door:
- vruchten en bloemen steeliep met lange steel (6-25 mm) tegenover heel kort.
Anders moet het blad iets anders zijn:
Steeliep met vaak alle nerven onvertakt, tegenover vaker vertakt aan de rand bij gladde/ruwe. Bij de steeliep is de bladvoet zeer scheef, met sterk gekromde tanden die dubbel gezaagd zijn (maar dit is vaak ook zo bij de ruwe iep weet ik uit ervaring.).
http://linnaeus.nrm.se/flora/di/ulma/ulmus/ulmulae3a.jpg
Op dit moment denk ik dat het herkennen van een steeliep zonder bloemen of vruchten niet goed kan, tenzij inderdaad de nerven niet vertakt zijn. Aangezien ik nog geen steeliep of fladderiep ben tegengekomen weet ik dit niet.
Ruwe iep: De boeken zeggen: bladsteel 2-5 mm (korter dan gladde iep) bladhelft aan de voet met een op de bladsteel liggend lobje (onbetrouwbaar want gladde iep vaak ook). Jeugdbladeren vaak 3 puntig. Blad op beide zijden ruw behaard (flora zegt onderkant meestal ruw). 40 meter. Aantal bladnerven vaak groter dan 12.
Mijn ervaring tot nu toe zegt:
Bladsteel kort, nerven 12 tot 18 (meer dan gladde Iep), vaak bladeren erbij die vooraan drie punten hebben. Nerven zijn aan het eind vaak vertakt. Bladeren kaal. Vruchtjes met nootje meestal in het midden.
Gladde iep: Boeken zeggen: bladsteel 5-15 mm lang, lobje niet op de bladsteel (3). 30 meter.
De gladde iep is gemakkelijk van afstand te herkennen door zijn dichte takkenkroon die van laag op de stam ontspringt (1).
Vruchtjes vaak met nootjes aan de bovenrand: het vlies in ingeschneden tot aan het nootje (aan de andere kant dan de kant waar het steeltje zit)
Mijn ervaring zegt: takken en stam soms met kurk-lijsten (lang niet altijd). Bladeren niet meer dan 12 nerven, de nerven zijn vaak vertakt aan de uiteinden, zoals ook bij de ruwe iep. Onderkant blad met wittige haartjes in de nerf-oksels. Bladeren zien er een beetje uit als een brandnetelblad qua ruwe gezaagdheid aan de randen.
Iep Hollandica: staat tussen gladde en ruwe in. Dit gegeven maakt het heel moeilijk om in het veld een iep goed te determineren. Wanneer een blad een lobje heeft maar een steel van een centimeter, zou het dus een Hollandica moeten zijn. In de flora staat dat bijna alle aangeplante iepen Hollandica zijn: dus laaniepen.
Hier een foto van steeliep-bladeren.
http://www.bomenmb.dds.nl/iepen/ulmuslaevis.html
In de winter is de iep aardig te herkennen. Hij heeft een vrij ruwe bast. Daarnaast heeft hij al snel in de winter rood-bruinige ronde knoppen, waar later de bloemen uitkomen. De twijgen zien er al snel in de winter heel goed herkenbaar uit door die ronde bolletjes eraan. Ik weet niet zeker of alle soorten iepen dit in gelijke mate vertonen. Het onderscheid tussen de soorten is in de winter niet te maken.