Search for trees on Bomengids (this European treeguide)

Soorten van de populierfamilie

Het Populierengeslacht of Populus.

Het bepalen welk soort Populier je nu precies voor je hebt.

Populieren zijn bomen die natuurlijk gezien meestal bij water staan. Ze verdampen erg veel water. Je ziet ze zowel in Europa als in de VS. In steden en langs wegen worden ze vaak als laanboom gebruikt. De Italiaanse populier (zeer hoog en zuilvormig) wordt vaak als structuurelement gebruikt door stadsontwerpers, omdat ze zo mooi een hoge groene laag vormen zeg maar.

Het determineren van een populier in het veld is op een paar uitzonderingen na moeilijk. Waar de flora en veldgidsen een sleutel geven, blijken deze onderling te verschillen. Fotos op internetsites kunnen elkaar tegenspreken. In praktijk heeft een en dezelfde boom vaak kenmerken van meerdere soorten in zich verenigd.

Populieren zijn waardevol voor bijen doordat ze propolis leveren: een wasachtige stof op de bladknoppen die Bijen gebruiken als een sootr lijm. Bijen gebruiken daar nog meer stoffen voor zoals ook hard bijvoorbeeld. Hoewel Populieren niet door bijen bestoven worden, maar windbestuiving hebben, verzamelem bijen wel pollen van populieren.

Hierbij enkele handvaten om tot determinatie te komen, maar kijk vooral ook naar de fotos die onder staan en de paginas per soort:

Er zijn twee groepen populieren waar de meeste bomen onder vallen. De abelen/ratelpopulier, of de Amerikaanse/Canada/Zwarte/Italiaanse populieren. Daarbuiten zijn er nog een paar.
Volgens het afstreep principe eerst de makkelijk herkenbare.

1. Heeft de boom de vorm van een zuil -> Italiaanse populier. Dit is een Zwarte populier met een mutatie waardoor de hoek van de takken heel klein is, waardoor de boom een zuil-vorm krijgt. Alle Italiaanse populieren zijn van elkaar gestekt en zijn mannetjes. Bladeren lijken op een schoppen-aas.

2. Bomen die hetzelfde soort blad hebben als de italiaanse populier maar die niet zuil-vormig zijn, vallen in de Zwarte/Canada/Amerikaanse groep. Vaak hele hoge bomen, met niet echt een duidelijk kroon: je ziet ze al van verre boven alle andere bomen uitsteken. De stam heeft vanaf enkele meters tot vele meters boven de grond tot in de hoogste takken een grijs/glad/glanzend oppervlak. De bladeren zijn vaak in de vorm van de schoppen-aas. De bladsteel is afgeplat waardoor de bladeren in de wind herrie maken. Vaak liggen er takken op de grond: bij wind waaien deze gemakkelijk eraf. Ze groeien heel snel en erg recht. Vaak in de polder, of langs wegen aangeplant. Het zaad lijkt op katoen: ze heten in het engels dan ook cottonwoods.

3. Wanneer de stam van de boom duidelijk geheel wittig/grijzig is, heeft iets van een berk maar toch anders, meteen vanaf de grond, of vanaf een meter of 1 a twee is het waarschijnlijk een ratelpopulier, of een witte/grijze abeel.

De bast van de Ratelpopulier is vanaf de grond wit, met nauwelijks echte ruwe schors. Meestal vrij kleine boom, maatje berk zeg maar. Hij heeft bladeren die allemaal vrijwel dezelfde vorm hebben: vrij rond met lobben (zie plaatje, dan herken je ze meteen). Grote ratelpopulieren lijken op zwarte/canada populieren in die zin dat ze hoge rechte bomen worden, maar met iets meer een echte kroon en dus met een witte bast. De bast heeft een soort kleine ruitvormige putjes in rijen. In de VS groeit een erop lijkende soort die ze Aspen noemen die uitgebreidde bossen vormt daar met schitterende herfstkleuren.

Wanneer de bast ook vanaf bijna de grond wit is (met soms delen ruwe schors), maar de bladeren wijken af van de ratelpopulier en zijn van onder nauwelijks tot meestal helemaal niet viltig, is het een Grauwe abeel. Een hele grote wat lompe boom. De grauwe abeel is een soort die is ontstaan door kruising van de Witte abeel en de Ratelpopulier: hij staat er qua kenmerken tussenin. Nakomelingen rond een volwassen boom hebben vaak wel duidelijk bladeren met een viltige onderkant. Deze boom heeft vaak als hij groot is en alleen staat meer een bolvorm en een echte kroon als een eik. Rond grote Grijze abelen zie je vaak heel veel kleine bomen als er niet gemaaid wordt. Deze groeien vanuit de wortels van de grote boom volgens mij.

Wanneer de bast op dezelfde manier als de ratel/grauwe wittig is, maar vanaf een meter of een/twee, en de bladeren van onder viltig zijn (ze reflecteren duidelijk licht), is het een Witte abeel. Deze herken je van ver aan het reflecteren van licht op de onderkant van de bladeren. De bladeren aan het eind van takken zien er een beetje uit als die van de plataan en esdoorn. Bladeren meer naar het begin van een tak zijn kleiner en vrij vormeloos, en van onder minder viltig. Het wittige bastgedeelte kent een soort ruitjes van bast in rijen van boven naar beneden.Een soort van midden en zuid Europa, maar komt verwilderd veel voor in Nederland bij water.
Bij alledrie is de steel van het blad zijdelings afgeplat trouwens.

Wanneer iets een populier lijkt, maar het is geen van de boven beschreven: de bladsteel is niet plat, of nauwelijks, zijn er een hele reeks soorten die het kan zijn.
Een andere mogelijkheid is de Balsem populier: Als de steel van het blad niet zijdelings is afgeplat en blad vrij groot en ongelobd hartvormig: ->; balsempopulier (3). Deze schijnt heel plakkende en naar balsem ruikende knoppen te hebben.

Hier kun je een andere key vinden om populieren te determineren.

Van elke soort een foto van het blad:


The meaning of life is 42
Bomen op naam brengen Simpel! Kijk naar foto's en vergelijk.

If there are no tweets, your browser blocks something