Het Elzen of Alnus geslacht.
Het bepalen welk soort Els je nu precies voor je hebt.
Bij de Elzen is het ook handig onderscheid te maken tussen wilde en aangeplante elzen. De voornaamste els in het wild in Nederland is de Zwarte els. Bijna altijd direct aan het water: of het nu een sloot, vaart of meer is. Buiten Nederland zie je ook wel vaker de Grauwe els, vooral in heuvels en berg gebieden, meestal langs beekjes en water dus ook. In het hooggebergte vind je nog de Alpenels: ik zag deze soort bijvoorbeeld bij de gletcher van de MontBlanc in Chamonix.
Aangeplante elzen, bijvoorbeeld als laanboom of in stadsgroen zijn Alnus Speathii (gekweekte kruising) en de Hartbladige- of Italiaanse els. Deze twee zijn veel grotere bomen dan de Zwarte en Grijze els: maatje Zomereik zeg maar, maar dan wat smaller. Alle veel voorkomende elzen zijn dus Europese soorten.
Je herkent elzen vooral makkelijk aan de elzenproppen: eerst groene en later bruine vruchtjes die de grootte en vorm hebben van een nagel zeg maar: kijk maar op de foto's.
In Nederland komen vier elzen voor:
- Verreweg het meest voorkomend is de
Zwarte els of Alnus glutinosa. Deze wordt tot 35 m. Het blad heeft 5-8 nerven. Bast eerst glad grijsbuin, later donkergrijs tot zwartbruin gegroefd. Kom je overal tegen langs water.
-
Grauwe- of Witte els
of Alnus incana wordt 25 m en het blad heeft 8-14 nerven. Bast grijs of geelachtig glad, nauwelijks duidelijke schors. Blad iets spitser dan de zwarte els. Komt zelden voor in Nederland, maar in de Eifel zie je hem wel veel.
Er bestaan kruisingen tussen deze twee soorten.
-
Hartbladige Els of Alnus cordata. Heeft een regelmatig gekarteld hartvormig blad, tegenover dubbel gezaagd bij de twee soorten hiervoor. Lijkt wel wat op een linde. Vrouwelijke katjes 1-3 bijeen en bij de twee soorten boven 3-5 bijeen. Wordt wel eens aangeplant in parken en wijken/straten.
De laatste is
Alnus speathii. Alnus x spaethii is ontstaan uit een
kruising tussen A. japonica (Japanse els) en A. subcordata (Kaukasische els). Ludwig Sp�th, een beroemde Berlijnse
boomkweker, heeft deze hybride in 1894c gewonnen, en zijn naam aan de boom gegeven.
Het bloed van de ouders is in de hybride
goed herkenbaar. �Spaeth� groeit net als
de Japanse els bij voorkeur op drogere
standplaatsen. Ook het blad lijkt op dat
van A. japonica, maar het is groter en de
ontluikende bladeren zijn roodbruin. Dat
laatste heeft hij weer van A. subcordata.
Dendrologen kijken voor identificatie
naar de onderzijde van het blad. Daar zijn
bij �Spaeth� kleine haartjes te zien, wat
ook een kenmerk is van de Kaukasische
els. Interessanter voor de gebruiker is dat
�Spaeth� beter bestand is tegen ons
klimaat dan de Japanse ouder, en zelfs
zeewind kan verdragen.
Deze Els wordt vaak in parken en wijken.straten aangeplant. Nooit in het wild.
De els is nauw verwant aan de berken en ook de Hazelaar familie met de Hazelaar en Haagbeuk.
##elfamilie